“Voor STOZ heb ik vooral een faciliterende, stimulerende en coördinerende rol. Ook ben ik dagelijks bezig met inrichten, aansturen en verbinden en leg ik verbanden met de strategische doelstellingen”, aldus Mabri Fennema, sinds twee jaar programmamanager voor Sterk Techniekonderwijs Zeeland. 

“Het doel is dat er een goede verbinding ontstaat tussen het bedrijfsleven en het vo en mbo.” Mabri heeft regelmatig overleg met de projectleiders, bereidt de stuurgroepvergadering voor en doet interventies als het nodig is. Ook verbindt zij de subregio’s aan elkaar en zorgt dat ze van elkaar leren, dan wel samen ontwikkelen. “Als ik straks weg ben, moet iedereen elkaar weten te vinden.”

Unieke Zeeuwse samenwerking

Mabri: “In zo’n groot project is het belangrijk dat iemand het overzicht bewaart en eventuele risico’s bespreekbaar maakt. Zoals de maatregelen rondom corona: wat kan er nog wel? De virtuele bedrijfsbezoeken die zijn ontwikkeld door het Huis van de Techniek als alternatief voor de duizenden bedrijfsbezoeken die niet door konden gaan’ (www.bedrijfplusschool.eu) zijn daar een mooi voorbeeld van.” Naast de eigen regio, houdt Mabri ook de overige 78 regio’s in Nederland in de gaten en heeft regelmatig contact met andere programmamanagers. “Ik heb een aantal van hen goed leren kennen en het is fijn om vaste sparringpartners te hebben en samen tot nieuwe ideeën te komen. In vergelijking met de andere regio’s zijn wij als Zeeland toch wel bijzonder en uniek, omdat het een provinciaal project is met drie subregio’s met elk hun eigen ambities, naast de overkoepelende Zeeuwse ambities. Een van de belangrijkste partners, het Huis van de Techniek waarin onderwijs, bedrijfsleven en overheid vertegenwoordigd zijn, is ook zeldzaam. Bovendien is er in de andere regio’s geen provinciaals onderwijs bestuursoverleg en ook bestaan de stuurgroep en de tcg’s vaak alleen uit vertegenwoordigers van de vmbo scholen. In tegenstelling tot Zeeland waar zowel het vmbo, mbo als bedrijfsleven een actieve en noodzakelijke plek inneemt. Door deze nauwe samenwerking zie je dat muurtjes wegvallen en samenwerkingen tot stand komen.”

Volop in ontwikkeling

Terugkijkend op de afgelopen twee jaar kan Mabri vooral heel tevreden zijn. “Ik zie veel nieuwe activiteiten en ontwikkelingen waarvan ik de goede hoop heb dat we die structureel verduurzamen in ons reguliere techniekonderwijs. Ik ben heel trots op  wat we inmiddels met elkaar bereiken. Zo’n 40% van de doelen die wij ons hebben gesteld zijn inmiddels bereikt, terwijl het door de corona-maatregelen niet altijd makkelijk is gemaakt. Activiteiten stagneerden en een goede samenwerking opbouwen is best lastig als je elkaar niet life kunt zien. STOZ is een 4-jarig ontwikkelprogramma en een proces, dus het heeft tijd nodig en je mag niet verwachten dat na een jaar alles perfect draait.” Mabri ziet zeker nog kansen voor de komende tijd. “Het bij elkaar op bezoek gaan, en ook met elkaar buiten je eigen subregio indrukken opdoen en kennis uitwisselen, kan nog beter, denk ik. Het is een wens dat we nog meer van elkaar leren en ook van andere STO-regio’s. Uiteraard realiseer ik mij dat ook hier corona niet echt helpt.”

De tussenrapportage voor STOZeeland is opgeleverd

Mabri: “De voorgenomen plannen zijn goed op pad. Uiteraard is corona vooral een spelbreker geweest voor de gezamenlijke activiteiten met de bedrijven. Helaas moeten we momenteel weer op de pauzeknop drukken. Ik vind het bijzonder dat de urgentie van STOZ toch bij iedereen op de agenda en het netvlies is blijven staan.” Bijzonder is ook dat in Zeeland de voortgang van het project wordt gemeten middels een speciaal hiervoor in opdracht van Huis van de Techniek ontworpen monitorsysteem. Mabri: “Het ministerie van OCW is zeer geïnteresseerd in de monitor en heeft inmiddels inzage gekregen.”

Het belang van verduurzaming

De gelden voor STO houden op enig moment op. Wel geeft het ministerie het signaal af structureel te willen blijven ondersteunen, echter is de omvang daarvan en de vorm waarin nog niet bekend. Mabri blijft zich ondertussen enthousiast voor STOZ inzetten. “In het nieuwe kalenderjaar moeten we zeker als eens gaan nadenken over hoe we alle activiteiten en samenwerkingen kunnen verduurzamen. Daar moet tijd en aandacht aan besteed worden, zodat we na afloop van dit project samen verder blijven bouwen aan deze bijzondere Zeeuwse samenwerking.”